FELIX LAJKÓ & VOLOSI - FÉLIX LAJKÓ & VOLOSI

Al bijna een kwarteeuw is het geleden, dat we voor het eerst kennis maakten met deze Hongaarse violist, toen de Fransen van Noir Désir hem een rol toebedeelden op “Ernestine” en “Septembre en attendant” van hun miljoenen verkopende CD “666.667 Club”. In de tijd, die sindsdien verlopen is, konden we hem nog aantreffen bij Boban Markovic, maar was het vooral onder eigen naam dat hij ruim een dozijn platen uitbracht, waardoor we hem leerden kennen als een uitermate begenadigde violist die niet voor niets de bijnamen van “violist van de duivel” of “Paganini van Voivodina” toegemeten kreeg.

Hij begon er al heel vroeg aan: op z’n tiende speelde hij al zither en vanaf zijn twaalfde ging hij zich toeleggen op de viool, waarin hij stilaan een soort ongekroonde koning werd, die in zowel folk, world als klassieke middens zijn plaats afdwong, mede doordat hij niet alleen over een uitstekende techniek beschikt, maar daarenboven een extreem goed ontwikkelde muzikaliteit etaleert.Voor dit project, dat er kwam op initiatief van het Budapest Ritmo Festival, wordt hij dus gekoppeld aan het vijfkoppige Poolse snaren-ensemble Volosi, dat sinds een klein decennium hoge ogen gooit met zijn mix van Tanssylvaanse folk, gypsy, jazz, klezmer en tango. Dat is een project, waarin je ofwel elkaar nog beter maakt dan je van jezelf al bent, ofwel elkaar vliegen begint af te vangen en eindigt met een grandioze smak tegen het asfalt.

De zes heren zitten overduidelijk in de eerste groep en dat merk je al van bij opener “Speedmotion”: jawel, er wordt tegen een verschroeiend tempo gespeeld, maar de muzikanten gunnen elkaar de ruimte en de bewegingsvrijheid. Dit is alles behalve een wereldkampioenschap notenbraken: dit is haast klassieke muziek, die weliswaar bijzonder snel gespeeld wordt, maar waarbij die snelheid nooit de muzikaliteit voor de voeten loopt.Het merendeel van de composities is van de hand van Lajkó, al leverde ook Volosi-altviolist Jan Jan Kaczmarzyk de fraaie tracks “Downhill” en “Crawler aan, die laatste in samenwerking met cellist Stanislaw Lason, die zelf “Upside Down” bedacht.

De eerder dromerige, poëtische aanpak van Volisi, spoort erg mooi met de nogal wilde, maar tegelijk subtiele manier waarop Lajkó zijn verhalen vertelt. Getuige daarvan zijn ondermeer het ronduit briljante “Valse” en hét absolute hoogtepunt van de plaat -in mijn oren dan toch-: “Slowmotion”, een haast symfonisch gedicht dat zijn titel alle eer aandoet en je regelrecht naar een klassieke muziektempel verplaatst en je zelfs zou kunnen laten geloven dat je naar een onbekend werk van Smetana aan het luisteren bent. Het hoeft voor mijn part allang niet meer bewezen te worden, maar toch: als muzikanten dat echt willen, dan overbruggen ze makkelijk elke feitelijke gaping of grens die hen zou kunnen scheiden: muziek is universeel, zoveel is duidelijk en genres zijn uitvindingen van mensen, die zo nodig alles in lijstjes moeten kunnen stoppen.

(Dani Heyvaert)


Artiest info
Website  
 

label : Fono
distr.: Xango

video